Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet Stichting Landbouwvoorlichting

 

Artikel 5
1
Ieder personeelslid ten aanzien van wie Onze Minister niet anders heeft beslist gaat over in dienst bij de stichting op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, ingaande op de overgangsdatum.
2
De arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd. Indien het personeelslid was aangesteld in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd of werkzaam was op arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, geldt de arbeidsovereenkomst voor de niet verstreken tijd van de aanstelling voor bepaalde tijd dan wel de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
3
De arbeidsovereenkomst betreft een functie die overeenkomt met de functie die het personeelslid laatstelijk vervulde in dienst bij de Dienst Landbouwvoorlichting.
4
De arbeidsvoorwaarden in hun geheel zullen niet ongunstiger zijn dan die welke voor het personeelslid golden uit hoofde van zijn dienstverband bij de Dienst Landbouwvoorlichting.
5
Door het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst is het personeelslid van rechtswege eervol ontslagen uit de dienst van de Staat.
6
In afwijking van het eerste lid komt op de overgangsdatum geen arbeidsovereenkomst tot stand met een personeelslid dat overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels bezwaren heeft ingediend tegen de overgang in dienst bij de stichting, tenzij het voor de overgangsdatum de bezwaren heeft ingetrokken. Onze Minister beslist op de bezwaren.
7
Indien Onze Minister voor de overgangsdatum de bezwaren ongegrond verklaart, komt, tenzij het personeelslid binnen een week na de kennisgeving van de beslissing aan Onze Minister kenbaar maakt dit niet te willen, een arbeidsovereenkomst tot stand op de overgangsdatum dan wel, indien het einde van die week valt na de overgangsdatum, op de eerste dag van de volgende maand.
8
Indien Onze Minister voor de overgangsdatum de bezwaren geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, kan hij beslissen dat het personeelslid niet overgaat in dienst bij de stichting. Indien Onze Minister niet een zodanige beslissing heeft genomen, komt, tenzij het personeelslid niet een week na de kennisgeving van de beslissing aan Onze Minister kenbaar maakt dit niet te willen, een arbeidsovereenkomst tot stand op de overgangsdatum dan wel, indien het einde van die week na de overgangsdatum, op de eerste dag van de volgende maand. De inhoud van die arbeidsovereenkomst is in overeenstemming met de beslissing van Onze Minister.
9
Indien het personeelslid op of na de overgangsdatum de bezwaren intrekt, komt een arbeidsovereenkomst tot stand op de eerste dag van de daarop volgende maand.
10
Indien Onze Minister op of na de overgangsdatum de bezwaren ongegrond verklaart, komt, tenzij het personeelslid binnen een week na de kennisgeving van de beslissing aan Onze Minister kenbaar maakt dit niet te willen, een arbeidsovereenkomst tot stand op de eerste dag van de volgende maand.
11
Indien Onze Minister op of na de overgangsdatum de bezwaren geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, kan hij beslissen dat het personeelslid niet overgaat in dienst bij de stichting dan wel de stichting verplichten het personeelslid een arbeidsovereenkomst aan te bieden, waarvan de inhoud in overeenstemming is met zijn beslissing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •